Autofabrikanten ontwikkelen doorlopend nieuwe verlichtingssystemen. Betere verlichting vergroot de verkeersveiligheid en het comfort bij slecht zicht. Een van de trends op verlichtingsgebied is de opkomst van adaptieve grootlichtsystemen. Met ingeschakeld grootlicht kan de bestuurder immers verder vooruitkijken dan met dimlicht, namelijk 40 tot 100 meter. Dit is vooral nuttig op wegen met weinig of geen straatverlichting. Wanneer je andere voertuigen nadert, moet je het grootlicht uitschakelen om andere weggebruikers niet te verblinden. Adaptieve grootlichtsystemen hebben de voordelen van grootlicht zonder de verblindende eigenschappen. Vaak gaan deze adaptieve grootsystemen samen met nieuwe verlichtingsbronnen zoals LED-koplampen en Matrix LED-koplampen. Daarnaast zijn steeds meer auto’s leverbaar met een nachtzichtassistent met infraroodverlichting. Hier leggen we uit welke nieuwe verlichtingssystemen er zijn en hoe ze werken. Ook leggen we uit hoe het afstellen in zijn werk gaat en wat nieuwe verlichting betekent voor de apk en het gebruik van analoge en digitale koplamptestapparatuur.

Screenshot 2024-06-27 100920.png

Grootlicht is veilig voor de bestuurder maar verblindend voor het overige verkeer.

 

Adaptieve verlichting


Adaptieve verlichting wordt ook wel dynamisch grootlicht of intelligente grootlichtassistentie genoemd. Het is een geavanceerde technologie die het grootlicht van een voertuig actief aanpast aan de veranderende verkeersomstandigheden en de omgeving. Het systeem gebruikt een camera achter de voorruit om de omgeving te scannen. Het systeem kan de verlichting zo aanpassen dat de lichtbundel andere weggebruikers niet verblindt. De koplamp stelt bijvoorbeeld een deel van de lichtbundel bij of schakelt de lichtbundel gedeeltelijk in en uit.


LED-koplampen & Matrix LED-koplampen


Moderne autoverlichting is uitgerust met LED-technologie. LED-koplampen hebben een grotere lichtopbrengst dan xenon-koplampen, is zeer energiezuinig en gaat lang mee.

Matrix LED-koplampen maken gebruik van een groot aantal individuele LED’s. Hierdoor wordt het mogelijk om de koplamp zeer nauwkeurig aan te sturen. Door het in- en uitschakelen van individuele LED’s zijn verschillende lichteffecten mogelijk. LED-matrix koplampen kunnen daardoor een permanente grootlichtbundel creëren die tegemoetkomend verkeer niet verblindt. Dit soort koplampen moeten nauwkeurig worden afgesteld, daarover later meer.


Night view assist/nachtzichtassistent en infrarood licht


Ook infrarood verlichting wordt in moderne autokoplampen toegepast. Dit type koplamp combineert een ‘gewone’ lichtbron met een infrarood lichtbundel. Infrarood licht is onzichtbaar voor het menselijk oog maar kan wel worden gedetecteerd door speciale camera's. Door de infraroodtechnologie kan de bestuurder in het donker (op een scherm in de auto) objecten zien die normale verlichting niet zichtbaar maakt. Daarom wordt deze techniek ook wel ‘night view assist’ of ‘nachtzichtassistent’ genoemd. Auto’s met deze technologie hebben een normaal dim- en grootlichtsysteem dat op de gebruikelijke manier wordt afgesteld. Het infraroodsysteem heeft geen bijzondere afstelling of kalibratie nodig.


Afstellen van de koplampen

 
Tijdens onderhoud en apk zorgt de autotechnicus dat de koplampen correct zijn afgesteld en optimaal functioneren. Dit is hard nodig, want uit verschillende onderzoeken blijkt dat bijna acht van de tien mensen last hebben van verblinding door tegenliggers op de weg. Voor een optimale afstelling van de koplampen is het noodzakelijk om verschillende zaken te controleren.
 

  • Horizontale uitlijning zorgt ervoor dat de lichtbundel gelijkmatig over de weg wordt verspreid zonder andere bestuurders te verblinden
     
  • Verticale uitlijning zorgt ervoor dat de lichtbundel de weg voldoende verlicht zonder te laag te schijnen (wat het zicht van de bestuurder belemmert) of te hoog te schijnen (wat andere bestuurders kan verblinden)

Koplamp afstellen_1.jpg

Koplampafstellling met een digitaal koplampafstelapparaat.

 

Lichtbeeld_2.png

Een goede koplampafstelling voorkomt verblinding van tegenliggers en andere medeweggebruikers en geeft goed zicht voor de bestuurder.

 

Koplampen en de apk


Sinds 1 januari 2021 zijn voor de apk zowel analoge koplampafstelapparaten als digitale koplampafstelapparaten toegestaan, maar hoe zit dit nu precies? Waar gebruik je welk apparaat voor?

Het analoge koplampafstelapparaat, mits deze voldoet aan de eisen van de RDW, kan nog steeds worden gebruikt tijdens de apk. Ook de nieuwste generatie (intelligente) LED- en Matrix LED-koplampen mag met een analoog afstelapparaat worden gecontroleerd. Toch is het gebruik van een digitaal koplampafstelapparaat aan te raden. Veel moderne koplampen hebben namelijk een minder duidelijk asymmetrisch lichtbeeld dan traditionele koplampen met een halogeenlamp. Digitale afstelapparaten zijn nauwkeuriger, dit resulteert in een preciezere afstelling van de koplampen. Daardoor voorkom je verblinding en wordt de veiligheid op de weg bevorderd.

Bovendien kan bij een aantal nieuwe voertuigen van de Volkswagen Groep maar ook van Mercedes-Benz uitsluitend het dimlicht nog met een analoog koplampafstelapparaat worden gecontroleerd. Voor het afstellen van het (adaptieve) grootlicht is dan altijd een digitaal koplampafstelapparaat nodig.


Praktijkvoorbeeld Matrix LED-koplampen: Audi Q7


Hoe werkt een Matrix LED-koplamp in de praktijk? We nemen als voorbeeld een Audi Q7. Hier valt meteen op dat de koplamp een aparte matrix heeft voor het dimlicht en een aparte matrix voor het grootlicht. Het afstellen van de koplamp gebeurt in een vaste volgorde. Eerst wordt het dimlicht afgesteld. Deze procedure is gelijk aan het afstellen van een conventionele koplamp, waarbij de diagnosetester wordt gebruikt om de koplamp in de basispositie te zetten.

 

Koplamp 1.pngKoplamp afstellen_1.jpg

Dimlicht afstellen bij de Matrix LED-koplampen van een Audi Q7.

 

tekst.png

Het activeren van de koplampservicemodus van een Audi Q7 met een Bosch KTS diagnose-apparaat.

 

De grootlichtstand van deze koplamp is niet mechanisch afstelbaar. De auto wil daarom de grootlichtstand ten opzichte van het (correct afgestelde) dimlicht weten. Hiervoor zijn twee hulpmiddelen nodig: een digitale koplamptester en een geschikte diagnosetester.

 

De procedure voor het afstellen van het grootlicht is als volgt:

  •  Lijn het digitale koplampafstelapparaat uit, recht voor de auto en midden voor de koplamp
  • Schakel de verlichting in
  • Activeer de LED-referentiesegmenten (master-LED) in de koplampen met de diagnosetester, er wordt nu een licht vierkantje op de koplamptester zichtbaar
  • Bepaal met behulp van het koplampafstelapparaat de waarde van de afwijking van de horizontale en verticale hoek van de koplamp; deze hoek wordt in graden weergegeven
  • Gebruik de diagnosetester om deze waarde in te voeren en op te slaan in de besturingseenheid van de koplampen.
  • De basisafstelling van het grootlicht is nu voltooid

Koplamp 3.png

De diagnosetester activeert de master-LED die een beeld op de koplamptester projecteert.

 

De Master LED

afstellen 2.png

Voer de getoonde waarde van de horizontale hoek (hier 23 graden) in bij het invoerveld van de diagnosetester (VAS).

 

Praktische tips voor het afstellen van adaptieve verlichting
Moderne auto's hebben verlichting die het zicht voor de bestuurder aanzienlijk verbetert. Om te vookomen dat tegenliggers verblind worden is een correcte afstelling van dim- en grootlicht nodig. Hier volgen praktische tips voor het correct afstellen van adaptieve verlichting:

  • Voor een correcte afstelling van adaptieve verlichting is het allereerst een voorwaarde dat het camerasysteem van het voertuig correct gekalibreerd en storingvrij is
  • Bij adaptieve verlichting en andere ingebouwde assistentiesystemen bestaan veel verschillende varianten. Afhankelijk van de fabrikant en het model worden systemen tegelijkertijd met het dimlicht afgesteld of wordt een aparte afstelling uitgevoerd volgens de richtlijnen van de fabrikant. Raadpleeg de documentatie voor de juiste procedures
  • Gebruik een geschikte acculader om de accuspanning tijdens het afstellen op peil te houden
  • Zorg vooraf dat alle basisvoorwaarden in orde zijn, zoals de bandenspanning, de belading en de positie van het koplampafstelapparaat
  • Voer bij een digitale koplamptester de juiste dalingshoek van het dimlicht in. De dalingshoek staat vermeld op de koplamp (bijvoorbeeld 1%)
  • Controleer in de documentatie of de koplampen voor het afstellen met de diagnosetester in een servicemodus gezet moeten worden

Deel deze pagina met je netwerk!