Opel Insignia 1.8 bezine 2009

 

Een Opel Insignia met 1.8-liter benzinemotor uit bouwjaar 2009 staat in de werkplaats met een brandend motorstoringslampje. De foutcodes verwijzen naar een probleem met de krukas- en nokkenas-posities. 

 

Als de motorregeleenheid uitgelezen wordt, verschijnen foutcode P0016 - ‘Krukasstandsensor Onplausibel t.o.v. krukaspositie’ en P0017 - ‘Positiesensor nokkenas uitlaatnokkenas signaal gestoord’ in beeld.

 

Omdat de klant aangeeft dat hij de nokkenassensor elders al heeft laten vervangen, maar er verder geen onderhoudshistorie van de auto bekend is, wordt besloten een nieuwe distributieriem te monteren. Tijdens het vervangen van de distributieriem merkt de monteur al op dat de timing van de uitlaatnokkenas onjuist is. Hierop wordt de nieuwe volgens de fabrieksvoorschriften gemonteerd en alles weer op tijd gezet.

NOKKenastandwielen vervangen

 

De foutcodes zijn nadat de auto even stationair gedraaid heeft echter nog steeds aanwezig, waarop besloten wordt de inlaat- en uitlaat-nokkenas tandwielen te vervangen. Als ook dit geen zoden aan de dijk zet, worden de inlaat en uitlaat actuators vervangen. Ondanks alle inspanningen en uitgevoerde werkzaamheden blijft het motorstoringslampje branden en blijven de foutcodes in de motorregeleenheid aanwezig. Daarom wordt de hulp van Automotive Techline ingeschakeld.

 

Omdat er tot nu toe geen problemen met foutcodes P0016 en P0017 bij de Opel Insignia bekend zijn, wil de helpdesk allereerst een aantal zaken uitsluiten. De monteur wordt gevraagd de nokkenasverstellers van de inlaat en uitlaat om te wisselen en met de diagnosetester te controleren of de foutcodes verplaatsen van het uitlaatnokkenas signaal naar het inlaatnokkenas signaal.

 

Gezien de verstellers toch gewisseld worden, kan meteen gecontroleerd worden of de kleine filtertjes van de verstellers vervuild zijn. Als dit het geval is, kunnen de filtertjes als test even verwijderd worden om te controleren of het probleem dan opgelost is. Eventueel zou voor de zekerheid nog een motorflush uitgevoerd kunnen worden. De monteur volgt de adviezen van de helpdesk op, echter hebben deze niet het gewenste resultaat en het probleem blijft onopgelost.

KLEPTIMING VERDACHT

 

Hoewel in een eerder stadium al een nieuwe distributieriem gemonteerd is en de timing in orde was, heeft de technisch specialist toch nog vraagtekens over de kleptiming. Hierop wordt het advies gegeven de timing te controleren middels een scope meeting waaruit blijkt dat de distributie ten opzichte van een voorbeeldsignaal niet helemaal juist is.

 

Er wordt besloten de krukassensor opnieuw in te leren, echter lukt dit niet. Als de kleptiming wederom gecontroleerd wordt, blijkt dat deze ook weer niet is zoals deze zou moeten zijn. Dit kan duiden op een probleem met of afwijking van de opnamering op de nokkenas. Voor de zekerheid wordt nu met een andere diagnosetester nogmaals de krukassensor ingeleerd. Nu lukt dit wel, maar de storing blijft terugkomen.

 

Hoewel alle afstellingen en gecontroleerde onderdelen in orde zijn, moet er er toch ergens iets niet in orde zijn waardoor de distributietiming verstoord wordt. Hierop wordt besloten de krukaspoelie los te nemen om deze te controleren.

 

En dan wordt het probleem zichtbaar. Het blijkt namelijk dat de spie waarmee het krukastandwiel op de juiste positie op de krukas gehouden wordt, afgebroken is. De spie wordt vernieuwd, de foutcodes worden gewist en het probleem is opgelost.


Deel deze pagina met je netwerk!