Ford Mondeo benzine 2007

 

Als de tweeliter viercilinder benzinemotor in de Ford Mondeo uit 2007 geen vermogen meer levert en het motorwaarschuwingslampje gaat branden, brengt de eigenaar van de auto deze naar het autobedrijf. In de werkplaats wordt snel geconstateerd dat het probleem zich niet altijd, maar soms voordoet. Hierdoor is het vinden van de oorzaak van het probleem als het zoeken naar een speld in een hooiberg.

 

Allereerst wordt er een uitgebreide proefrit met de auto gemaakt. Wanneer het probleem zich voordoet, wordt de diagnosetester aangesloten en het motormanagementsysteem uitgelezen. Hieruit blijkt dat foutcode P2135 - ‘Gasklepstandsensor 1/ gasklepstandsensor 2 plausibele verhouding’ in het geheugen van de computer is opgeslagen.

Voeding- en massaverbindingen

 

Omdat de werkplaats niet beschikt over een stroomloopschema van de Mondeo, wordt de hulp van Automotive Techline ingeschakeld. Het schema wordt naar de werkplaats gestuurd, waarna de monteur een aantal controles uitvoert. Allereerst worden de voedings- en massaverbindingen van de gasklep gecontroleerd, en deze blijken in orde te zijn.

 

Vervolgens worden de testwaardes bekeken. Als het gaspedaal ingetrapt wordt, meet de monteur op gasklepstandsensor 2 een spanning van 3,8 volt, terwijl dit tussen de 4,3 en 4,5 volt zou moeten liggen. Als de spanning vanaf gasklepstandsensor 1 gemeten wordt, blijkt dat de spanning 2,8 volt is, terwijl deze waarde tussen de 1 en 1,3 volt zou moeten zijn.

Schokkerige bewegingen

 

Opvallend hierbij is dat wanneer het pedaal niet wordt bediend, de waarden wel overeenkomen. Als het contact van de auto ingeschakeld wordt, vertoont de gasklep schokkerige bewegingen en lijkt de regeleenheid de basisstanden van de gasklep niet in te kunnen leren.

 

Met de bovengenoemde informatie constateert de technisch specialist van Automotive Techline dat de voeding en massa waarschijnlijk niet de oorzaak van het probleem zijn. Er wordt besloten om de volgende tests en metingen uit te voeren:

 

1. Foutcode wissen en controleren of deze terugkomt als er aan de kabelboom en stekkers wordt gerommeld. Op deze manier zou duidelijk kunnen worden of er sprake is van een kabelbreuk of een slechte stekkerverbinding.

 

2. Met een oscilloscoop meten op de stekker van de gasklep en de meetwaarden (spanning) om te zien wanneer er een afwijking optreedt.

Veranderingen in signaalspanningen

 

De monteur gaat hiermee aan de slag en merkt al snel op dat het bewegen van de kabelboom bij de motorregeleenheid inderdaad resulteert in veranderingen in de signaalspanningen. Als hij vervolgens de stekker van de ECU losneemt en de pinnetjes van de kabelaansluitingen bekijkt, blijken er enkele pinnetjes wat los te zitten.

 

De pinnetjes worden voorzichtig iets ingeknepen, waardoor ze strakker op de aansluitingen van de regeleenheid komen te zitten. Als de kabelboom nu bewogen wordt, blijft de storing weg. Ook na een proefrit blijft de Ford Mondeo goed rijden en het motorlampje uit waarmee geconstateerd kan worden dat het probleem hiermee is opgelost.


Deel deze pagina met je netwerk!