Een Renault Mégane met 1,2-liter viercilinder benzinemotor en motorcode H5F A4 wordt naar het autobedrijf gebracht omdat het motorlampje in het instrumentenpaneel brandt. Omdat er na de koude start een ratel hoorbaar is en deze motoren bekend staan om (distributie)kettingrek, worden de distributieketting, spanner en geleider vervangen. Helaas zonder positief resultaat.
Als de motorregeleenheid uitgelezen wordt, detecteert de tester onderstaande foutcodes:
- DTC031509 - tandkrans Vliegwiel 1.DEF
- DTC036564 - Positie uitlaatnokkenas 1.DEF
- DTC001478 - Circuit uitlaat nokkenas versteller 1.DEF
De fouten worden gewist en een proefrit wordt gemaakt. Eenmaal terug in de werkplaats wordt de regeleenheid opnieuw uitgelezen en blijkt dat foutcode DTC036564 Positie uitlaatnokkenas 1.DEF terug is gekomen.
De monteur besluit de nokkenasverstellers te vervangen en de inlaat en uitlaat actuator weerstanden te meten en voor de zekerheid uit te wisselen, maar wederom zonder resultaat. Een compressiemeting leert dat deze in orde is. Ondanks de reparaties, metingen, tests, aanpassingen en wijzigingen blijft het waarschuwingslampje branden en de motor inhouden en wordt besloten contact op te nemen met Automotive Techline.
MOGELIJKE OORZAKEN UITSLUITEN
Na het bespreken van de details besluit de technisch specialist eerst een aantal mogelijke oorzaken uit te sluiten. Allereerst moet fysiek en middels een signaal-meting gecontroleerd worden of de distributie op tijd staat. De helpdesk stuurt de monteur scope-beelden van een onjuiste en juiste motor-timing zodat de monteur die met zijn data kan vergelijken. De distributie-timing is volgens de monteur in orde, waarna er een adaptie-reset met een diagnosetester uitgevoerd moet worden. Hierna is het probleem echter nog steeds niet opgelost.
De specialist van Automotive Techline heeft op basis van de foutcodes en klachtomschrijvingen het vermoeden dat er toch iets niet in orde is met de motor-timing en vraagt de monteur om de scope-beelden te sturen. Op de beelden is aan het uitlaatnokkenas-signaal te zien dat er iets niet in orde is. Omdat het stuursignaal te lang op 5 Volt blijft staan en niet schakelt vraagt de technisch specialist de monteur te kijken hoe de hallgever van de nokkenas er uitziet.
DISTRIBUTIE-TIMING VERDACHT
De hallgever ziet er goed uit, maar omdat het signaal van de nokkenassensor van de uitlaat er anders uitziet dan die van de inlaat krijgt de monteur het vermoeden dat de brandstofpomp licht magnetisch geworden is, waardoor het signaal verstoord zou kunnen worden. De monteur besluit dan ook om een gebruikte pomp te monteren, echter geeft ook dit geen oplossing.
Om het sensor signaal van de nokkenas te controleren, vraagt de helpdesk om de sensor te demonteren en de volgende test uit te voeren. Door de sensor te demonteren, de signaalspanning te meten bij onbediende toestand en vervolgens met een schroevendraaier de sensor te bedienen, zou kunnen worden geconstateerd dat de sensor een verkeerd signaal naar de motor stuurt. Dit blijkt echter niet het geval.
VERSLETEN NOKKENASLAGERS
De technisch specialist blijft bij zijn verdenking dat de sensor een verkeerd signaal afgeeft en vraagt de monteur of hij wil controleren of er speling op de nokkenaslagers in de buurt van de hogedruk brandstofpomp aanwezig is. De monteur gaat het controleren en dan komt de aap uit de mouw. Met een prybar kan de nokkenas ter hoogte van de brandstofpomp maar ook op andere plekken in de lagers heen en weer bewogen worden.
Doordat de nokkenas-lagers versleten zijn drukt de brandstofpomp de nokkenas in de speling van de versleten lagers. Hierdoor is de afstand tussen de nokkenassensor en de nokkenas signaal tanden onjuist dat vervolgens tot een onjuist signaal van de sensor leidt, er foutcodes gegenereerd worden en de motor in gaat houden. De klant wordt over het euvel geïnformeerd met het advies dat er ook uitgezocht moet worden of de motor een smeringsprobleem heeft en wat de klant nu verder wil.
De moraal van deze case is dat de distributie goed op tijd kan staan op het moment dat dit met speciaal gereedschap gecontroleerd wordt. Als de timing echter met een scope gecontroleerd wordt, kan blijken dat de timing niet in orde is. Dit kan verschillende oorzaken hebben zoals in dit geval de versleten nokkenaslagers.
Om het sensor signaal van de nokkenas te controleren, vraagt de helpdesk om de sensor te demonteren en de volgende test uit te voeren. Door de sensor te demonteren, de signaalspanning te meten bij onbediende toestand en vervolgens met een schroevendraaier de sensor te bedienen, zou kunnen worden geconstateerd dat de sensor een verkeerd signaal naar de motor stuurt. Dit blijkt echter niet het geval.