De 1.4-liter benzinemotor van de Citroën C3 draait niet lekker stationair, houdt in en als je je hand achter de uitlaatdemper houdt voel je wat geplof. De Automotive Techline wordt ingeschakeld om de problemen te verhelpen.
Gegevens Citroën in dit artikel:
Merk: Citroën
Model: C3
Type: 1.4I ‘FCKFVB’
Aantal cilinders: 4
Cilinder inhoud: 1360 m3
Motor brandstof: Benzine
Motormanagement: Sagem S2PM
Eerste toelating: 2005-02-11
De Citroën heeft inmiddels 225 duizend kilometer achter z’n kiezen en begint wat tekenen van ouderdom te vertonen. Zo begint de motor in te houden, draait hij ook niet meer zo lekker stationair en ook voel je wat ‘geplof’ als je een hand achter de uitlaat houdt. In de werkplaats sluit de monteur zijn diagnoseapparatuur aan en constateert onderstaande foutcodes:
- P1327 – ‘Fase positie herkenning door bobine signaal niet logisch’
- P0300 – ‘Missfire’
- P1336 – ‘Missfire’
Bobine en bougies
Op basis van de foutcodes worden de bobine en bougies vernieuwd. Omdat het probleem niet opgelost is, neemt het autobedrijf contact op met de Automative Techline. De eerste vragen die de helpdeskmedewerker aan de monteur stelt zijn wat de viergas-waarden bij stationair toerental zijn en of de kleppen gesteld zijn. De monteur koppelt terug dat hij emissiewaarden gaat meten en de kleppen nog niet gesteld heeft. De medewerker drukt de monteur op het hart om echt de klepspeling even te controleren die dit advies ook opvolgt.
Dezelfde dag koppelt de monteur de gemeten viergas-waarden terug en blijkt het dat Lambda op toeren met een waarde van 1.044 in orde is. Stationair is Lambda met 1,58 echter veel te hoog, waarop het vermoeden ontstaat dat de uitlaat lek is. En inderdaad, als de monteur de uitlaat controleert, blijkt er een gaatje van een ongeveer een centimeter groot in te zitten.
Het gaatje wordt gedicht en de emissietest wordt opnieuw uitgevoerd. Echter naarmate de motor warmer wordt, gaat deze steeds slechter ronddraaien en ontstaat er opnieuw een missfire foutcode. Op het moment dat deze foutcode ontstond, was de Lambda waarde 1.412 wat veel te hoog is en bovendien begint de motor ook heel erg te roken. Omdat de rook een zoete geur verspreidt en er ook druk in het expansievat wordt opgebouwd, is het duidelijk dat de koppakking lek is.
Lekke koppakking
Een aantal dagen later wordt de cilinderkop gedemonteerd en is het duidelijk zichtbaar dat de koppakking aan het einde van zijn latijn is. De cilinderkop wordt gevlakt, de pakking wordt vernieuwd en alles wordt weer in elkaar gezet. Echter blijft de motor nu op drie in plaats van alle vier de cilinders lopen.
Tijdens het hierop volgende contact tussen het autobedrijf en de Automotive Techline adviseert de helpdesk om voor de zekerheid te controleren of de distributie 100 procent op tijd staat. Ook wordt geadviseerd om het inspuitbeeld van de injectoren te bekijken. De distributie blijkt in orde en ook het filmpje van de injectoren laat niets verontrustends zien.
De motor blijft echter op drie cilinders lopen, waarop de helpdesk adviseert om compressie te meten. En daar komt de bekende aap uit de mouw, uit de meting blijkt namelijk dat er geen compressie op de eerste cilinder is. De klepspeling wordt opnieuw gecontroleerd met als resultaat dat de speling van de uitlaatklep te krap is.
Omdat hij de kleppen al gesteld had voordat de cilinderkop gedemonteerd werd, had de monteur er niet meer aan gedacht om de kleppen na het vlakken van de kop opnieuw te controleren en stellen. De kleppen worden goed afgesteld, waarna de Citroën weer als een zonnetje liep.
Deel deze pagina met je netwerk!