Een universeel garagebedrijf meldt zich met een Volkswagen Passat 1.4 benzine die in noodloop gaat. Het check engine-lampje brandt en de monteur leest de foutcodes P0299 en P0236 uit. Deze wijzen op een probleem met de turbodruk en een afwijkend signaal in het inlaatspruitstuk. De auto heeft al een geschiedenis met vergelijkbare klachten. Toen zijn de laaddruksensor en de turbo vervangen, waarna het probleem een tijdje verdwenen was. Tot nu dus.

 

Laaddruksensor oké

De monteur vermoedt dat het oude probleem weer terug is. Om te voorkomen dat hij opnieuw een kostbare reparatie moet uitvoeren die niet lang standhoudt, overlegt hij eerst met Automotive Techline. De helpdeskmedewerker vraagt allereerst de meetwaarden op van de laaddruksensor. Alle voltmetingen op de diverse stekkers die de monteur opgeeft, blijken prima in orde, ook bij het geven van een stoot gas. Omdat de haperende turbo ook kan worden veroorzaakt door een mechanisch probleem, vraagt de helpdeskmedewerker de monteur de gangbaarheid van de turbo te controleren. Die blijkt te soepeltjes rond te draaien, zonder vreemde geluiden.

 

‘Echt wel stuk’

Een tweede helpdeskmedewerker die meekijkt, stelt vast dat de foutcodes die gewist zijn, niet terugkomen, maar dat de motor geen vermogen levert. “Klopt”, antwoordt de monteur. “Hij geeft geen foutcodes op dit moment, maar deze auto is echt wel stuk.” De helpdeskmedewerker vraagt wat voor type turbo het betreft. Het blijkt een drukgestuurd exemplaar te zijn met recirculatieklep. De monteur wordt gevraagd te checken of de wastegate wel goed sluit wanneer het contact is uitgeschakeld. Dit blijkt visueel lastig te controleren.

 

Vacuümslang los

Daarom krijgt de monteur het advies een proefrit te maken met de vacuümslang losgenomen of met vol vacuüm op de wastegate. Deze test geeft een onverwacht resultaat. Wat de monteur ook probeert, rijden met het slangetje los of met de wastegate vol bediend: het lukt hem niet om turbodruk op te bouwen. Hierop stelt de helpdeskmedewerker vast dat de storing in de turbo zelf moet zitten of in de recirculatieklep. Hij zegt de monteur toe eerst met een collega te overleggen hoe de monteur deze klep het best kan testen en hierover terug te bellen.

 

Stangetje

Zover komt het echter niet. Als de monteur verder zoekt naar een mogelijke mechanische oorzaak van de storing, vindt hij alsnog zelf de boosdoener. Het stangetje dat de wastegate bedient, blijkt te zijn afgebroken, precies op het punt waar het ‘de turbo ingaat’. Dat was zonder spiegeltje niet te zien. Moraal van het verhaal: door stapsgewijs te testen, kom je erachter of een turbostoring een elektronische of een mechanische oorzaak heeft. Dit laatste is prima te simuleren door de vacuümslang los te nemen. Het was even zoeken, maar een tweede kostbare reparatie werd ermee voorkomen.


Deel deze pagina met je netwerk!